De geest van Alewijn II
(een Halloween-gedicht)

om middernacht
op de eenendertigste van oktober
tijdens een wassende maan

in Bleiswijk
zie je als je stil bent
aan de overs van De Rotte
de oude burggraaf Alewijn II

in Klappolder
in het jaar elfhonderdzes
stichtte hij slot Cranenburgh
in de toenmalige ridderhofstad

het slot was vol pracht en praal
en hield samen met Alewijn II
vijandelijke soldaten op afstand
zodat de mensen in Bleiswijk
rustig konden slapen

slot Cranenburgh had zoals een echt kasteel
een slotgracht
zodat je alleen maar naar binnen kon gaan
als Alewijn II je lief genoeg vond

jaren na zijn dood
ging de geest van Alewijn II
een rondje zweven langs De Rotte

toen hij terugkwam
schrok hij zich dood
het kasteel was in een strijd vernietigd
en de slotbrug over de slotgracht
was kapot

nu kan Alewijn II
niet meer terug naar waar hij moet zijn
en komt hij op eenendertig oktober 
met een wassende maan 
zoals afgebeeld op zijn wapenschild terug

en zoekt hij de rust in het heden en verleden
van slot Cranenburgh
het kasteel in de ooit 
roemruchtige ridderhofstad Bleiswijk


Journalist
(naar aanleiding van bedreiging freelance journalist)

je leest en je kijkt
het laatste nieuws
ver weg en om de hoek
is waar het gebeurt

uit het zicht van jou
die wil weten 
waar het gevaar is
voor de samenleving

om zorg te dragen
en een herhaling tegen te gaan
is een journalist zoveel meer waard
dan een korte impulscontrole


Drie dagen in mei
(4 + 5 meigedicht)

drie mei negentientweeënveertig
was de eerste dag dat alle joden 
in Nederland de zespuntige ster
van geel katoen moesten dragen

een ster
die niet straalde
maar onderscheid maakte
tussen wat niet is of zal komen

maar ook een ster die niet vergeten mag
en aangewakkerd blijft
door hen die we blijven gedenken

op de dag daarna
met strijders 
en hen die beschermd moesten

worden we op de derde dag
op vijf mei herinnert
dat de tijd doortikt

we na vele tranen
samen kunnen lachen
en we wakker blijven
voor de vrijheid van iedereen 


Samensmelting
(naar aanleiding van de week van de poëzie)

we groeiden op 
in kleine dorpen
met een onderlinge rivaliteit
en waar iedereen bekend 
of berucht 

was de stad waar je moest zijn
om te winkelen 
te feesten
en later betaalbaar te wonen

totdat die eerste paal 
de grond deed schudden
en het startschot gegeven

kwam de exodus op gang
vanuit Rotterdam 
en Den Haag
met bakfietsen
en een weidser beeld
over hoe het dan wel moest

hier in de polder
waar jaren soms vergeten zijn
kwam de ommekeer 
voor beiden anoniem aangehuppeld
tikte de tijd plotsklaps luid door

begon een samensmelting
van buitenaf naar binnen toe
en leren we van boerenwijsheid
en stadsgezichten


We kunnen het
(naar aanleiding Britse coronavariant)

deze week voelt de stilte
in de straten killer aan
dan anders

wordt er nog meer gedacht
over hoe sterk morgen de zon
de wereld verwarmt

en voelt het pad 
waarop we lopen
eenzaam aan

laten we met dezelfde
onbevooroordeelde blik
als voorheen elkaar omarmen

elkaar vertellen dat het ons zal lukken
en dat we een beetje op elkaar letten

dat het geluid uit speelpleintjes
ons weer zal verblijden
en we samen terugkijken

op iets wat geweest is
niet lang meer zal duren
als we onze schouders eronder zetten

we kunnen het


Een nieuw begin
(ivm corona)

en zo is het jaar bijna 
voorbij een jaar dat begon
met alle beste wensen
van de wereld waar-
in dromen gemaakt 

werden de dagen 
bij ontluikende bloemknoppen
plots korter en nachten langer
en verloren we dierbaren

aan het onzichtbare
kun je weinig doen
dan voelen 

en zo is hier in de donkerste dagen
voor kerst en het einde
het ontluikende licht
naar een nieuw begin

op afstand
maar in je hart
met gevoel omarmen we elkaar
en de dromen die we strijdbaar maken

want de lucht klaart heus weer op
en kunnen we weer opgelucht ademhalen


Een ander soort feest
(feest in coronatijd)

het is ook moeilijk
om elkaar niet te kunnen zien
om jezelf te verbergen
terwijl je smacht naar een omhelzing

een moment waarin je weet
dat we weer verder kunnen
dat het weer is zoals het was
en de angst langzaam verdwijnt

waar verjaar- en feestdagen
vol liefde en bezinning
meer betekenis hebben dan ooit

zolang we niet vergeten
dat we kwetsbaarder zijn
dan we ooit hebben gedacht


Van iets naar alles
(750 jaar Dam in de Rotte)

in de polder Honderdveertig Morgen in Bleiswijk
nabij Molen de Oorsprong
begint de rivier de Rotte
om via Hollevoeterbrug
Zevenhuizen
Oud Verlaat en Rotte
de eerste oevers van Rotterdam te strelen

Ommoord
Terbregge en
daar waar de reuzin Hillegonda
haar huis bouwde
op een berg zand
wat door haar gescheurde schort
verloren was
 
bij het Duifhuis
waar de bedijking de Rotte kruiste
en de Romeinen huisden
trekt ze door het Oude Noorden
om zo als de Binnenrotte
de Stadsdriehoek binnen te komen

via de Boezem langs Kralingen
met hulp van het gemaal Oostplein
stroomt ze verder de Nieuwe Maas in

ooit een rottend water genoemd
laat ze nu alle werelden
en nationaliteiten
op haar deinen
en bestemmingen van waarheid
en dromen bereiken


Oudelandselaan

uitgestrekt lig je daar
van Rodenrijs naar Berkel
toonaangevend 

in een nieuw Lansingerland
geef jij toegang
tot school
en sport

duik je onder de ondergrondse
en beweeg je jong tot oud

ontwijken moeten we soms
de takken van bomen
bij een kind die bellenblaast
stoppen nu eindelijk 
de auto’s op je rotonde

je kwam wat wennend
maar we passen ons aan
de ene keer wat langzamer
dan de andere keer

maar wees niet bang
we redden het samen wel
ook als we er soms gewoon 
een zooitje van maken
en fietsen we aan de verkeerde kant


Ontwaak!
(anti-racismegedicht)

denk nou niet
doordat je het niet ziet
je het niet hoort
of niet voelt
dat het er niet is

in je huis
in je school
op je werk
of in de straten 

waar niet wordt gesproken
en geen afstand genomen
van karikaturen en ongelijkheid
en Zwarte Piet vergeleken wordt met James Bond
worden handen in onschuld gewassen

waar woorden klinken
zal gezongen worden
het lied voor ons allen


Het komt goed
(coronagedicht)

wanneer de dag lang
en als kapotgekookte spaghettislierten
zonder een mogelijk alternatief

in lege straten
en treinen
en metro’s
en bussen
alsof de engste film moet uitgevonden

schudden onze handen
denkbeeldig
die van vaders en moeders
en opa’s en oma’s
en omhelzen we kinderen
die niet weten wat 

en hoe
de natuur weer opleeft
geeft ons moed
over een terugkeer
in al haar ontluikende glorie 


Oorlogsdans
(4+5 mei)

nog steeds huilt mijn vader
woorden over de oorlog
waarin hij geboren is

dansend op zijn klompen
in de keuken voor de moffen
met onder hem schuilend
een straat vol
jongens en mannen

net als de Canadees
Richard Olaf Fagstad
die als staartschutter
te laat uit het Vliegende Fort
sprong zijn dood tegemoet

en mijn vader dacht
dat de oorlog toen 
voorbij zou zijn

maar het dansen moest nog beginnen


De stationskatten
(over de twee staionskatten bij Station  Westpolder)

twee katten zitten
te chillen en te spinnen
te gapen en te slapen
te flemen en te spelen

soms rijden ze stiekem
een rondje in de metro
of komen ze op teevee
of lopen eens met je mee

de trap af
naar je fiets
voor een aai
of ander liefs

Panda en Vlekje
zijn hun namen
zwaai naar hun
achter de metroramen

en je dag is stukken aangenamer


Sterrenbuurt
(open monumentendag)

gelijk een stella nova
schijnen wij waar ooit niets

de weg naar planeten
bewoonbaar maakt

een poolster begeleid
visie en toekomst

voorspeld een droom
helder schijnend 

op ons die het leven vernieuwen


Bij mij ben je welkom
(opening Station Bleizo)

je gaat verder
komt terug
of pakt je rust

op tijd en soms
iets te laat
komt alles zoals het gaat

tijdens de reis
van aa naar bee
ben je bij mij welkom

voor een keer
of zo vaak
als je wilt


Stap voor stap
(4+5 mei)

laten we lopen
stap voor stap
in beweging

open velden bezoeken
wij ooit verscholen
achter hoeken

blikken als staal
verdwenen met jou
-lach als een kind-

onbezorgd opgroeiend
met moeders en vaders
vrienden en buren

jouw pril geluk
aan jullie hand
stap voor stap 
in beweging


Ons plein
(heropening plein Berkel Centrum)

hier komen we samen
om te genieten
van zonneschijn en wijn
bier en ijs

laten we onze botten rusten
dansen we met eenhoorns
tuinders en boeren
in nabijheid van regenbogen

is een vierkant eindelijk weer vierkant

schudden we handen
vinden we vergeten
en nieuwe vrienden

halen we brood en vis
vlees en groenten
voor thuis en verder
om te leven

wordt gisteren herdacht
vandaag geleefd
en morgen gecreëerd


Vrij zijn
(poëzieweek)

overal duik ik op
zonder te vragen
zonder te klagen

klim ik op muren
bloei ik op dorre grond
sier ik huiskamers

waar ik mijn sporen
verdien of achterlaat
overdag of ‘s nachts

brandt het licht
van binnen naar buiten
uit paleizen

onder bruggen
verwarm ik soep
voor heden en toekomst

schrijf ik met houtskool
op straten: onkruid
vergaat niet


Afhaalchinees
(nieuwjaarsgedicht)

zoals ieder jaar stond hij daar
wachtend op Station Westpolder
op de oh zo bekende middernachtmetro
tussen achtergelaten bagage
van anderen die wel op tijd waren

gekomen zonder eerst rond
kijken of niets vergeten
in koffers die altijd in de weg 
zouden in overvolle stilte

morgen dan maar samen
met thuisblijvers nieuwe
voornemens wegspoelen
met een glas bier 

proosten nieuwkomers
op wat komen of wat achter
gelaten om 18.00 uur
aan de bar bij Golden Garden
wachtend op de afhaal


Dromen in Lansingerland
(inauguratiegedicht)

als ik aan de oever van de Rotte sta
kijk ik terug en zie in verdronken land
grenzen ontstaan door veen gestoken
waar jagers zich warmden aan vuur

ridders kerken bouwden
slot Cranenburg straalde
en door een graaf onthoofd 
Geuzen vaarden en Spanjolen belaagden

een gedecapiteerde tempel
met een verdwenen lichaam en een rein geweten
en hoekse en kabeljauwse twisten 

als ik aan de oever van de Rotte sta
droom ik in laaggelegen grenzeloos land

waar aan tafels gevuld met lokale vruchten
uit Midden-Amerika en het Midden-Oosten
samen thee en wijn gedronken 
en brood gedeeld wordt

in huizen met of zonder God
poëzie gelezen, geschreven en beleefd
in eenzelfde onderkomen en morgen


Chillend groot worden
(opening chillplek)

er zijn tijden dat je naar buiten geschopt wordt
omdat buitenlucht goed voor je is
en je PS of Xbox niet
of je tablet
Ipad
of telefoon

later zijn er tijden dat je naar buiten wíl
want daar is vrijheid
geeft lucht adem om te groeien

met vrienden en vriendinnen ontdek je
wat je nooit had willen ontdekken
en wat je nooit meer zal loslaten

en je ontdekt dingen
die je met zijn allen
zult omhelzen
voor de rest
van je leven

sommigen vergeten
na vele jaren jong zijn
de vrijheid om te 
ontplooien tot wat
hen gemaakt heeft

zonder jeugd
is toekomst
onmogelijk

vergeet nooit
wanneer je bent
wat voor je ligt